1 | Mijn 1) kinderen,
deze dingen schrijf ik jullie, opdat jullie niet zullen zondigen. En indien iemand wel zondigt, wij hebben een voorspreker bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige. |
2 | Hij is een verzoening over 2) onze zonden,
en niet alleen over de onze, maar ook over die van de gehele wereld. |
3 | En hieraan weten wij,
dat wij hem kennen, indien wij ons aan zijn geboden zullen houden. |
4 | Wie zegt,
dat hij hem kent, en zich niet aan zijn geboden houdt, die is een leugenaar, |
5 | en in deze is de waarheid niet.
Wie zich evenwel aan zijn woord zal houden, in die heeft de liefde van God werkelijk haar doel bereikt. |
6 | Hieraan weten wij,
dat wij in hem zijn. Wie zegt in hem te blijven, die is verplicht, evenals deze wandelde, ook zelf zó te wandelen. |
1 | vertaling van Leen de Ronde |
2 | omdat verzoenen met bedekken te maken heeft, heb ik περί met 'over' vertaald |